Er zijn vier mogelijke behandelingen van de ingekeurde grond:

  • Mechanische voorbehandeling (zeven en breken), om de exogene materialen te scheiden en om de afbraak van de polluenten door de micro-organismen mogelijk te maken. Er kan ook een ontijzering gebeuren. Vanaf dit stadium biedt een groot deel van de materialen voldoende garanties voor recyclage.
  • Biologische behandeling (bioremediëring), gebaseerd op het vermogen van bepaalde micro-organismen om de verontreinigde organische fractie te gebruiken als groeisubstraat (respiratie en volumetoename) en zo deze componenten af te breken tot water en koolstofdioxide. In een eerste fase gaat het erom de best aangepaste endogene micro-organismen te bevorderen en ze te vermenigvuldigen. Vervolgens worden de micro-organismen verspreid in de homogene grondpartijen die gedurende enkele weken worden behandeld.
  • Fysische behandeling (wassen van de grond): de grond kan fysisch behandeld worden, langs vochtige weg, met zeving onder water onder druk, diverse wasoperaties en uitwringing. De installatie, die mobiel is, wordt naar de site gebracht voor campagnes van enkele weken om de opgeslagen grond te behandelen. Dergelijke behandeling maakt mogelijk om de verontreinigende zware metalen uit de grondpartij te halen.
  • Bioventing: de grond wordt in zwadden geplaatst, onder een ondoorlatend membraan, en vervolgens zal een geforceerde luchtcirculatie de vluchtige verontreinigende stoffen die op een filter met actieve kool worden opgevangen, recupereren.

Welke methode ook gekozen wordt, de reiniging van de grond wordt altijd gecontroleerd met een analytische opvolging van de partijen door meting van de gepaste verontreinigingsindicatoren voor, tijdens en na de behandeling.